Toen ik met de vut ging, viel ik in een zwart gat. Ik was leraar bloemsierkunst en miste mijn leerlingen en het dagelijks ritme. De huisarts gaf medicijnen (de verkeerde) waardoor ik alleen maar depressiever werd. De psycholoog kon me weinig helpen. Toen ben ik zes weken in de Herenberg in Hattem geweest. De Herenberg is geen inrichting, maar een soort rustoord op christelijke basis. De sfeer was daar heel goed. Toen ging ik met de medebewoners bloemschikken, tuinieren en van de buitenlucht genieten. Ik knapte helemaal op en was na zes weken geheel genezen (zonder medicijnen).
Bij een ernstige ziekte van mijn vrouw kreeg ik de tweede depressie. Een andere huisarts gaf me Clomipramine, wat hielp. Door te tuinieren, kwam ik er weer bovenop. Er volgde een nieuwe tegenslag; mijn dochter werd door haar man in de steek gelaten en moest zich redden met twee opgroeiende kinderen. Mijn vrouw heeft het er heel moeilijk mee. Deze situatie bezorgde mij de derde depressie. Hierdoor ben ik na gaan denken over deze ziekte en het ontstaan ervan. Het viel me op, dat tuinieren steeds verbetering bracht. Mijn vroegste herinnering is: ik lag in een wieg in de tuin. Zon en bloemen om me heen. En ik dacht: als iedereen die een depressie krijgt, probeert zijn vroegste herinnering op te halen, wat hij of zij toen deed of onderging en daar in gedachten naar terugkeerde. Bijvoorbeeld, iemand die zich herinnert dat hij met zijn ouders met de trein ging. Zo iemand kan, eventueel onder begeleiding, wat reisjes met de trein gaan maken of interesse tonen in bijvoorbeeld miniatuurtreinen.
Tijdens mijn periode in het rustoord heb ik veel geschommeld. Schommelen geeft een heerlijk vrij gevoel en verjaagt alle sombere gedachten.
Resumé:
- gebruik de juiste medicijnen;
- probeer aansluiting te vinden met de vroegste jeugdherinnering en tracht dit weer actief te maken;
- veel schommelen! Ik hoop dat ik mensen kan helpen met mijn verhaal. Misschien komt daardoor de aap niet op de rug, maar uit de mouw.