Als kortdurende begeleiding niet helpt kan psychotherapie uitkomst bieden. Er zijn meerdere varianten.
Psychotherapie is een vorm van gesprekstherapie. Hulpverleners laten zich bij hun keuze voor één van de varianten leiden door de Multidisciplinaire Richtlijn Depressie. De kans op succes is groot bij de eerste variant: cognitieve gedragstherapie. Een variant er op is schematherapie. Deze helpt bij het doorbreken van patronen die ontstaan zijn in de jonge kinderjaren en bij terugkerende depressies. Bij alle soorten kan, zeker bij ernstiger vormen van depressie, een combinatie met medicijnen gewenst zijn.
1. Cognitieve gedragstherapie (CGT)
Bij cognitieve gedragstherapie duik je niet in het verleden maar staat het heden centraal, vooral je eigen gedachtenwereld. Het zou best kunnen dat iemand zieker wordt door zijn manier van denken. Bijvoorbeeld de gedachte dat het allemaal aan jou ligt dat je je beroerd voelt, of dat iedereen je wel stom of lastig zal vinden. Is de manier van denken en voelen te veranderen? Kun je nieuw gedrag aanleren? Dat zijn kernvragen in de therapie. Bij CGT gaan therapeut en cliënt na welke gedachten en gedragingen tot depressieve gevoelens leiden. Onder welke omstandigheden komen die negatieve gedachten en gevoelens het meest naar voren? De cliënt krijgt bij deze therapie meestal ook concrete opdrachten, bijvoorbeeld om een tijdje een dagboekje bij te houden. Dat kan helpen om beter inzicht te krijgen in wat er precies gebeurt en in wat je daarbij denkt en voelt. CGT is een vorm van gedragstherapie. Tegenwoordig overlappen CGT en gedragstherapie elkaar maar oorspronkelijk lag bij gedragstherapie het accent op gedrag en bij CGT op de gedachten. Bij de tegenwoordige therapie komt het allebei aan de orde. Cognitieve gedragstherapie vindt in beperkte tijd plaats, bijvoorbeeld in tien sessies van drie kwartier. De kosten worden vrijwel altijd door de zorgverzekeraar betaald, afgezien van het wettelijk bepaalde eigen risico.
2. Schematherapie
Maak je steeds dezelfde fouten in je leven, terwijl je je hebt voorgenomen om een volgende keer anders te reageren? Laat je gedrag hardnekkige patronen zien, die je niet kunt veranderen, ook al wil je dat heel graag? Merk je regelmatig dat je met je gezonde verstand best weet wat je zou moeten doen, maar dat je gevoel niet meewerkt en je een andere richting in duwt? In deze gevallen kan schematherapie helpen. Schematherapie is een vorm van psychotherapie voor mensen met ernstige psychische stoornissen, zoals een persoonlijkheidsstoornis of een vaak terugkomende depressie. Zie voor meer informatie www.schematherapie.nl en lees het verhaal van Josefien Alders (57).
3. Interpersoonlijke therapie (IPT)
Als problemen met sociale relaties een grote rol spelen, valt interpersoonlijke therapie te overwegen. Veranderingen in belangrijke relaties kunnen een depressie uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn. Dat kan bijvoorbeeld het verlies van een dierbare zijn of een ernstig conflict. Ook door pensionering kunnen ineens teveel contacten wegvallen. Lees bijvoorbeeld over de ervaringen van de gepensioneerde leraar “Terug naar je eerste herinnering”. In de behandeling gaan therapeut en cliënt na hoe contacten bijdragen aan het ontstaan of in stand houden van depressieve gevoelens. Zij staan bijvoorbeeld stil bij gevoelens van rouw of bij conflicten. Je bespreekt in de therapie hoe je kunt proberen meer positieve ervaringen te gaan opdoen. Het aantal gesprekken is afhankelijk van de ernst van de depressie. In het algemeen kun je denken aan 12 tot 16 sessies van drie kwartier. Maar het kan ook minder of meer zijn. De kosten worden vergoed volgens de voorwaarden van de ziekteverzekeraar, met uitzondering van de wettelijk verplichte eigen bijdrage. Voorwaarde is dat de therapeut of instelling een contract hebben met de verzekeraar.
4. Inzichtgevende therapie
Er bestaan verschillende namen voor deze therapie, die afkomstig is uit de psychoanalyse. De Multidisciplinaire Richtlijn Depressie spreekt van psychodynamische therapie, elders heet het kortdurende psychoanalytische steunende therapie. Maar de meest gangbare naam is inzichtgevende therapie. Tijdens gesprekken met de therapeut probeer je meer inzicht te krijgen in de achtergrond van de psychische klachten. Deze gesprekken zijn wat minder gestructureerd. De hulpverlener spoort je aan je gedachten de vrije loop te laten. Daardoor kun je erachter komen wat er in jouw situatie speelt. Zo kun je vragen hebben bij relaties. Maar er kunnen ook dingen naar boven komen, die al langer geleden zijn gebeurd en misschien ‘verstopt’ waren geraakt. Deze kunnen mede verklaren waarom je nu op een bepaalde manier denkt en voelt. Ook in deze therapie bespreek je hoe je tot gedachten, gevoelens en gedrag kunt komen die maken dat je je beter voelt. Het aantal sessies is afhankelijk van de problematiek, meestal is 15 gesprekken het maximum. Als de therapeut of instelling een contract hebben afgesloten met de zorgverzekeraar, worden de kosten vergoed (afgezien van de eigen bijdrage). Het is aan te bevelen dit na te gaan bij de verzekeraar.
Welke therapie kiezen?
Er is het meest bewijs voor de positieve werking van cognitieve gedragstherapie. Maar dat wil niet zeggen dat het voor iedereen persoonlijk het beste is. Zeker wanneer de depressie ernstig is, is een combinatie met medicijnen gewenst. Minstens zo belangrijk als het soort therapie is, dat je vertrouwen hebt in de hulpverlener. Tijdens de therapie werk je intensief samen met de psychotherapeut. Het is daarom van groot belang dat je je op je gemak voelt bij deze persoon. Als het niet klikt zal de behandeling geen succes hebben en moet je op zoek gaan naar een andere behandelaar.