Er zijn verschillende mogelijkheden om je depressie te behandelen. Op deze pagina bespreken we een aantal methoden, deze kun je ook gebruiken als aanvulling op een andere behandeling of als alternatieve behandeling.
Sint-Janskruid
Sint-Janskruid, of in het Latijn Hypericum Perforatum is een plant die een gunstige invloed kan hebben bij een depressie, maar ook bij angst- en slaapstoornissen. Het kruid beïnvloedt de stoffen in de hersenen, ook al weten we nog niet hoe dat precies werkt. Sint-Janskruid kan een optie zijn voor mensen met een lichte tot matige depressie, die liever niet aan psychotherapie beginnen of geen reguliere antidepressiva willen gebruiken. De werkzaamheid op de lange termijn is nog niet duidelijk. Er zijn bij apotheek, drogist of reformhuis verschillende producten verkrijgbaar die Sint-Janskruid bevatten. Een probleem is, dat er nog onduidelijkheid is over de gewenste samenstelling en dosering.
Let op!
Als je naast Sint-Janskruid nog andere geneesmiddelen wilt gebruikt, is het van groot belang om dit eerst met de arts of apotheker te bespreken. Sint-Janskruid kan de werkzaamheid van andere medicijnen sterk verminderen. Voorbeelden zijn de anticonceptiepil en medicatie die aan kankerpatiënten wordt voorgeschreven. Combineer Sint-Janskruid ook NIET met antidepressiva. De combinatie met andere medicijnen kan onaangename bijwerkingen veroorzaken.
Lichttherapie
Lichttherapie is geschikt voor mensen met een seizoensgebonden depressie. Vaak treedt zo’n depressie in de winter op. Juist in die donkere maanden kan het ‘toedienen’ van licht helpen. Je gebruikt daarvoor speciale lampen, die een fel licht afgeven. Dit is ‘volspectrum licht’, samengesteld uit alle kleuren van de zon. Het is belangrijk om met lichttherapie eerst ervaring op te doen bij de huisarts, het ziekenhuis of een ggz-instelling. Daar word je begeleid met de juiste dosering en lichaamshouding. Ook eventuele bijwerking kunnen zo worden gecontroleerd. De meest voorkomende, over het algemeen lichte, bijwerkingen zijn vermoeide ogen, misselijkheid en hoofdpijn. Bij mensen die daarvoor gevoelig zijn, kan lichttherapie oog- of huidproblemen versterken. Maar als het werkt, kun je het ook thuis toepassen. Er zijn draagbare lichtbakken, die je thuis kunt gebruiken (huren). Meestal duurt een kuur één à anderhalve week, beginnend met een kwartier en oplopend tot drie kwartier per dag. Lees ook een ervaringsverhaal bij ‘Ik straal licht uit!’.
Acupunctuur
Acupunctuur (gericht op circulatie van de energie) kan een rol spelen in de genezing, zeker bij angst maar ook bij depressie. De behandeling met dunne naalden is afkomstig uit China. Voor mensen die aangewezen zijn op antidepressiva kan dit een goede aanvulling zijn. Het is nog onvoldoende bekend bij wie en in welke omstandigheden acupunctuur het beste werkt. Maar de schaarse onderzoekresultaten die er zijn, wijzen op een positief effect. Niet zozeer als alternatief voor, maar wel als aanvulling op medicatie. Meestal wordt acupunctuur door de zorgverzekeraar vergoed vanuit het aanvullende pakket.
Haptonomie
Haptonomie betekent letterlijk: de leer van het menselijk gevoel en het gevoelsleven. Het gaat erom je bewust te worden van je gevoelens via aanraking. Haptonomie heeft te maken met lichaamshouding, beweging en gebaren. Therapie op basis van haptonomie heeft tot doel de cliënt meer in contact met zijn lichamelijk en innerlijk voelen te brengen. Bijvoorbeeld als mensen erg bezig zijn met hoe ze zouden willen zijn en daar last van hebben, kan de therapie hen helpen om in een betere balans te komen tussen voelen, denken en doen. De meeste zorgverzekeraars vergoeden haptotherapie vanuit het aanvullende pakket.
Arbeidstherapie (Activiteitentherapie)
Arbeidstherapie of activiteitentherapie wordt meestal in een kliniek aangeboden. Zinvolle dagbesteding en (weer) aan het werk gaan zijn belangrijke dingen wanneer je depressief bent. Het biedt structuur, brengt je in contact met anderen en je hebt het gevoel ‘erbij’ te horen. Arbeidstherapie kent een zekere opbouw. In het begin gaat het er vooral om wat omhanden te hebben, afleiding te vinden of iets te doen waaraan je positieve gevoelens kunt beleven. Je kunt creatief bezig zijn maar ook aan de computer werken of hele andere dingen doen. In een volgende fase is arbeidstherapie gericht op het vinden van betaald werk of vrijwilligerswerk. Samen met de therapeut ga je na of je arbeidsverleden aanknopingspunten biedt voor de toekomst. Het kan zijn dat je afspraken gaat maken met de bedrijfsarts of de oude werkgever. Je krijgt in de therapie ook ondersteuning bij het zoeken naar nieuw werk en solliciteren. Of bij het vinden van alternatieven, zoals vrijwilligerswerk of een opleiding.
Vaktherapie: niet praten maar doen!
Vaktherapie is de verzamelnaam voor vijf soorten creatieve therapie:
- Lichaamsgerichte therapie
- Beeldende therapie
- Muziektherapie
- Dramatherapie
- Danstherapie.
Vaktherapie werd vroeger creatieve therapie genoemd. Het is niet praten maar doen: je beweegt, schildert, acteert, enz. Dit geeft nieuwe mogelijkheden tot contact met anderen en tot expressie. Je reflecteert ook op waar je mee bezig bent en doet daardoor ervaringen op over hoe je zelf in elkaar zit. Het kan je ook helpen uitdrukking te geven aan je emoties. Vaktherapeuten zijn gediplomeerd, hun beroep is erkend. Zij staan geregistreerd en zijn aangesloten bij een beroepsgroep. Zij werken bij een ggz-instelling of zijn vrij gevestigd. Een GGZ-instelling biedt meestal meerdere soorten vaktherapie aan. De therapie kan ontspanning bieden en brengt structuur in de dag. Het hangt natuurlijk erg van jouw persoon af, welke therapie het meest bij je past. Vaktherapie wordt soms vergoed door de zorgverzekeraar, meestal vanuit een aanvullend pakket.
1. Lichaamsgerichte of psychomotorische therapie
Deze therapie richt zich op bewegen. Dat kan sporten zijn, gymnastiek, een spel, bewegen op muziek of gebruik van lichaamstaal in de communicatie (toenadering zoeken of juist grenzen stellen). Ontspannings- en ademhalingsoefeningen zijn ook een vorm van lichaamsgerichte therapie. Tijdens het bewegen kun je je ontspannen of juist inspannen. Je kunt nare ervaringen verwerken en het geeft afleiding. Veel mensen ervaren dat joggen of andere inspanningen goed zijn voor de behandeling van depressie (kijk ook bij running therapie). Natuurlijk moet je dit rustig opbouwen.
2. Beeldende therapie
Schilderen, tekenen, boetseren, beeldhouwen, hout of textiel bewerken, dat alles valt onder beeldende vormgeving. Creatief werken met allerlei materiaal kan je dichter bij je gevoelens brengen. Het geeft ook nieuwe impulsen aan je creativiteit. Door beeldende vormgeving ga je nieuwe experimenten aan en doorbreek je vastgeroeste patronen. Doordat je op deze manier ‘als vanzelf’ ook gebeurtenissen of stemmingen uitbeeldt, kun je uiting geven aan emoties en herinneringen. Vooral voor kinderen en volwassenen die zich moeilijk uiten, is dit van belang. Soms leiden de activiteiten tot nieuwe inzichten over jezelf. Bijvoorbeeld door de betekenis die je geeft aan de kleuren (somber of licht), of de vormen of de symbolen die je gebruikt. Wanneer je dit in een groep doet en je ervaringen met anderen bespreekt, kan het aanknopingspunten vormen voor inzicht in, en verwerking van problemen. Lees bij the meaning of life hoe Judith haar krachten en kunstzinnige aard heeft ontdekt.
3. Muziektherapie
Muziek kan mensen diep raken. Opgewekte muziek kan je vrolijk maken, deprimerende muziek versterkt sombere gevoelens. In de meeste ggz-instellingen vinden activiteiten met muziek plaats. Dat gebeurt onder leiding van erkende (geregistreerde) muziektherapeuten. Er zijn er in Nederland zo rond de 250. Zij kiezen muziek uit die aansluit bij de stemming van de cliënten, om hen bewust te maken van gevoelens en om associaties te stimuleren. Vaak gaat het om luisteren naar muziek. Soms zetten muziektherapeuten je aan om zelf te musiceren of te improviseren, een instrument te bespelen, te zingen of te bewegen op muziek.
4. Dramatherapie
Drama: dat is toneelspel, rollenspel of improvisatie, bijvoorbeeld met poppen of kostuums. Een rol spelen is iets anders dan de werkelijkheid. En toch kun je in het spelen van een rol je eigen werkelijkheid ervaren. Een dramatherapeut is uitnodigend en geeft instructies, die erop gericht zijn positieve ervaringen op te doen tijdens het spel. Je leert ervan over jezelf en doet nieuwe vaardigheden op. Je leert over je capaciteiten en beperkingen. Je leert reflecteren op je eigen handelen en hoe je je emoties kunt beheersen. Door je anders te gedragen dan je je voelt, kun je ervaren dat je ondanks de depressie contact kunt maken met anderen, dat je emoties kunt ervaren, initiatieven kunt tonen en zelfs je vitaal kunt voelen. Negatieve gedachten over jezelf kunnen zo worden bijgesteld. In het spel kun je ook leren je problemen te lijf te gaan. Door ‘ander gedrag’ te onderzoeken en daarin te oefenen, kun je een nieuwe manier van handelen, denken en voelen ontwikkelen.
5. Danstherapie
Stemmingsstoornissen zijn zichtbaar in je lichaamsbeweging. Je kunt dan ook via het lichaam en door te bewegen veranderingen op gang proberen te brengen. Met behulp van danstherapie leer je zicht te krijgen op je gedrag, je gevoelens en lichaamssignalen. Het kan je helpen om situaties en ervaringen uit het verleden te verwerken en een plek te geven. Danstherapeuten zijn soms verbonden aan een ggz-instelling of een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Er zijn ook danstherapeuten met een eigen praktijk.